foto's Henri Thibault
EEN DRIETAND VOOR TWEE
MASERATI DUO
SCAFO SAN MARCO
Men zegt dat het voor mensen en dingen hetzelfde is. Onzichtbare banden die vanaf de eerste dag groeien, vanaf de eerste ontmoeting, en die maar na verloop van tijd vervagen, vaak zeer langzaam en soms zelfs helemaal niet. Dit is het verhaal van gelijklopende lotsbestemmingen en wegen die elkaar kruisen...
We schrijven oktober 1963, in een voorstadje van Milaan. In Segrate heeft de economische groei door de ‘boom’ van de jaren 60 op een ordeloze manier de grenzen van het omringende platteland teruggedrongen. Niet ver daarvandaan ligt de ‘vloeibare piste’ van Idroscalo, het grote kunstmatige meer dat in de tijd van Mussolini op enkele kilometers van het centrum van de Lombardische hoofdstad gepland werd, omdat men dacht dat het watervliegtuig de toekomst van de commerciële luchtvaart was. En het is daar dat de Venetiaanse speedbootkampioen Oscar Scarpa een paar jaar eerder zijn scheepswerf - San Marco - is komen vestigen, om de harten en de portefeuilles van de Milanese elite te veroveren. Op een dag komt een jongeman met de naam Dody Jost met zijn vader mee om wisselstukken te zoeken voor zijn boot San Marco Appia Zagato. Een van de originele aspecten van de werf is de zeer nauwe band die ze heeft met de automobielindustrie. Vlakbij de hoofdingang van de gebouwen is een ploegje druk in de weer, onder de ogen van Mario Bernocchi en zijn broer Michele, twee zeer sportieve klanten. Vóór hen, opgehangen aan draagriemen, daalt een schitterende zescilinder Maserati 3500 GTI, die diezelfde ochtend uit Modena is aangekomen, majestueus neer in de mahoniehouten romp van een tweepersoonsraceboot die in volle afwerking is.
Ontmoeting tussen twee uitzonderlijke sterren op het Comomeer, een Maserati Mistral uit 1964 en een San Marco-speedboot uit datzelfde jaar, uitgerust met dezelfde zescilinder-injectiemotor afkomstig uit de 3500 GT.
De broers Bernocchi, van het textiel met dezelfde naam, behoren al generaties lang tot de meest vooraanstaande families van Milaan en ze zijn al eigenaar van verscheidene boten die hier gebouwd zijn. In die tijd beoefent een bepaalde adel ijverig speedbootraces en voor de kenners gaat er niets boven een San Marco - fijn, pittig, zeer verzorgd en duur maar onvergelijkbaar sportiever dan een Riva bijvoorbeeld. Scarpa, de ontwerper van de werf, is een vaste klant van het merk met de drietand. Hij is er zo gekend en graag gezien dat hij er de kostbaarste motoren mag bestellen met een eenvoudig telefoontje. Onze man en zijn raceteam zijn dan ook houder van vijfendertig wereldrecords waarvan de meest prestigieuze werden gebroken met V8 450 S-motoren die werden toevertrouwd aan de goede zorgen van de tovenaar van de reparto corsa van de fabriek, Guerrino Bertocchi.
Het zicht van die nagelnieuwe motor met zijn zes glanzende inlaatpijpen als muziekinstrumenten is voorgoed in het geheugen geprent van de jonge Jost die zijn vader waarschijnlijk de oren van het hoofd heeft gezaagd op de hele terugweg met de wagen naar het ouderlijke huis, een buitengewoon hotel dat Nautilus gedoopt was, vlak aan de oever van het Comomeer gelegen is en zelfs zijn eigen privéhaventje heeft.
Die ochtend wordt een verbazingwekkend netwerk van subtiele relaties geweven.
De keuze van een zescilinder Maserati door Mario Bernocchi laat niets aan het toeval over. Of het nu op het water is of (vooral) op de weg, het merk met de drietand is de referentie par excellence voor een bepaald cliënteel van gentlemen drivers die zeer gesteld zijn op prestaties maar ook op comfort en elegantie.
Begin jaren 60 is Maserati een huis met veel internationaal prestige, met zijn model 3500 waarvan velen de rijkwaliteiten van een GT met een hoog koppel bij lage toeren voor dagelijks gebruik verkiezen boven de flamboyante producten uit Maranello. Sinds een tiental jaren is ingenieur Giulio Alfieri door de broers Orsi aan het hoofd van het bedrijf geplaatst en die zou de firma naar de top leiden en de ziel van Maserati worden van 1953 tot 1975. Aan hem hebben we met name de ontwikkeling te danken van de befaamde tweelitermotor met 6 cilinders in lijn, later naar 2,5 liter gebracht, waarmee Juan Manuel Fangio in 1957 de wereldtitel Formule 1 veroverde aan het stuur van de legendarische 250F-eenzitter. In dezelfde lijn zou zijn formidabele 350 S corsa uit 1955 met dubbele bovenliggende nokkenas als model dienen voor de tipo 101 en de evoluties ervan waarmee alle zescilinder Maserati's van 3500 tot 4000 cc zijn uitgerust, van de 3500 GT tot de Mistral. Giulio Alfieri heeft zijn handtekening dus gezet onder alle successen van de firma, zoals de gereputeerde 450 S met een motor die de hele productie zal voeden van de V8-modellen tot de Ghibli, de Indy, de Bora en de Khamsin. Maar hij is ook auteur van de beroemde ‘Birdcage’ en de eerste die in 1961 het injectiesysteem toepaste op een seriewagen, met de 3500 GTI. De ingegnere, even gepassioneerd als discreet, is een autobouwer voor wie topcompetitie alleen maar zin heeft als ze in het teken staat van de vooruitgang van het indrukwekkendste instrument van vrijheid dat ooit uitgevonden is om zich te verplaatsen. Daarom is de samenhang tussen de piste en de weg zo belangrijk voor hem, om zijn droom te realiseren: een echte gran turismo. Hij zei het vaak tegen zijn vrienden, familie of rechtstreekse medewerkers: “Met een van mijn wagens zal ik ooit 's ochtends vroeg aan de fabriek in Modena vertrekken, in de loop van de dag in Parijs aankomen, daar de tijd nemen om een lekkere douche te nemen en daarna in de stad te gaan dineren, zonder vermoeidheid te voelen... Met geen enkel model van een van mijn concurrenten kan je dat doen”. En daar was hij terecht fier op, als je het korte lijstje opstelt van de merken die hij zo noemde: Ferrari, Aston Martin en eventueel Jaguar.
In 1963 is een Maserati coupé minstens even duur als een van zijn prestigieuze concurrenten maar hij biedt het comfort en de prestaties van een echte grote berline. Om dus van Modena naar Parijs te rijden, met een autosnelwegennet dat nog maar in een beginfase zit en in nog betere omstandigheden dan met een 3500 GT, vertrouwt Alfieri aan Turijner Piero Frua de zorg toe om een volledig nieuwe carrosserie te tekenen, met een duidelijk modernere look. En zo verschijnt op het Salon van Turijn de “berlina 2 posti” die onmiddellijk opvalt met zijn talrijke innovaties, zijn grote ruiten en zijn zeer licht en ruim interieur met een bagageruimte die rechtstreeks bereikbaar is door middel van een grote achterklep. Je kunt graag snel reizen zonder je te onthouden, met mevrouw, van alle comfort en nog minder van elegante kleding, vandaar de overvloedige ruimte die voorzien is voor je persoonlijke spullen. Dat is de uitdaging van Maserati: de gran turismo als lifestyle. Deze wagen heet nog niet Mistral en heeft geen radiatorrooster meer dankzij de luchtinlaten onder de voorbumper. Onder de carrosserie in lichtmetaallegering ontbreekt het evenmin aan nieuwigheden of evoluties. Het chassis wordt gemaakt bij Maggiora in Turijn en is samengesteld uit vierkante buizensecties met een wielbasis van 2,40 m, enkele centimeter korter dan die van de Sebring en de Spyder Vignale. We herkennen er het multitubulaire concept en de finesse in die eerst op de Birdcage werden getest. Onder de motorkap vinden we tot ons groot genoegen onze subtiele link terug, de zescilinder-injectie waarvan de cilinderinhoud op 3,7 liter gebracht is, met een vermogen van 245 pk. Uit de documentatie uit die tijd: “De dubbele ontsteking en de indirecte brandstofinspuiting leveren een uitzonderlijke kracht, souplesse en zuinigheid.”
Uiteraard is de wagen uitgerust met vier schijfremmen. Tijdens een test door het magazine Quattroruote wordt het nieuwe model gechronometreerd met 227 km/u met een acceleratie van 0 naar 100 km/u in 6,8 seconden. Uiteindelijk is het door toedoen van de invoerder van Maserati in Frankrijk, kolonel John Simone, dat de berlina due posti wordt genoemd naar een wind uit het zuiden, de mistral, en daarmee wordt een traditie ingezet die typisch is voor alle tweezitters van het merk.
Het is dan ook niet verwonderlijk dat de Mistral met zo'n motor de aandacht trok van de jonge Dody Jost, die net zo gepassioneerd was door auto's als door boten. En hier komt het lot zijn rolletje spelen: een onverwachte ontmoeting. Een vriend van zijn vader, een beroemde Milanese juwelier, heeft een verrukkelijke Mistral gekocht, besteld in 1964 en een paar maanden later geleverd, in uniek muisgrijs met een interieur in cognackleurig leder. Naar het voorbeeld van Giulio Alfieri heeft onze man de bedoeling regelmatig naar Parijs te rijden met kostbare juwelen waarvoor hij door de carrossier achter zijn zetel speciaal een klein geheim koffertje heeft laten inbouwen, onder het dikke tapijt. Door gezondheidsproblemen vallen deze mooie plannen echter in het water en de mooie Mistral, die als nieuw is, verhuist naar de garage van hotel Nautilus, tot groot jolijt van de jonge Dody die nu zeker ongeduldig is om eindelijk zijn rijbewijs te halen. Maar ondertussen, sinds het bezoek aan de San Marco-werf in 1963, is de Maserati-raceboot allesbehalve inactief gebleven. Inderdaad, vanaf zijn lancering, in 1964, wint Mario Bernocchi verscheidene wedstrijden op circuits tussen boeien en hij zet daarbij ‘en passant’ enkele ronderecords neer waaronder een in Angera, bij het Lago Maggiore, met een gemiddelde snelheid van meer dan 75 km/u.
Hij wordt dan ook Europees speedbootkampioen in klasse 3, die beperkt is tot 4.500 cc. En het leven gaat door, terwijl de onzichtbare band jaar na jaar duidelijker wordt. Na het overlijden van Mario Bernocchi besluit zijn broer Michele, zelf ook winnaar van talrijke racebootwedstrijden, de boot van zijn broer in zo goed als perfecte staat te houden. Michele blijft bezeten door het wedstrijdduiveltje en hij laat de boot vaak te water om zijn zoon in te wijden in de geneugten van het speedbootracen, met name voor de grote historische klassieker die in 1929 werd opgericht en die Pavia met Venetië verbindt, een soort Mille Miglia in een lijn op de Po.
De tijd verstrijkt en hun vriendschap wordt steeds sterker, alsof ze wordt gestuurd door een onweerstaanbare hand. Michele Bernocchi en Dody Jost, die de fraaie grijze Mistral heeft geërfd, worden de beste vrienden ter wereld. Ze houden het vlammetje van hun herinneringen zorgvuldig brandend maar genieten vooral van het plezier van het snelle racewerk, zowel op de weg als op de ‘vloeibare piste’, een uitdrukking die in de jaren 60 door Michele werd bedacht. En dan sterft ook Michele, nog niet zo lang geleden. De zoon van Michele, Marco, die de mooie waarden van het doorgeven van kennis en het delen van sublieme momenten van vader op zoon heeft meegekregen, besluit de fakkel over te nemen. De fonkelende Mistral en de brullende San Marco krijgen allebei hun thuis in de Nautilus, voor sessies ‘gentlemen driving’, die telkens weer van vitaliteit gonzende hommages zijn waar de gemeenschappelijke herinneringen, die zich gedurende bijna vijftig jaar onzichtbaar verweven hebben, al snel de vorm aannemen van een aangrijpende hommage aan de man die dit alles mogelijk maakte, ingegnere Alfieri.
www.motelnautilus.it
Meer weten
To keep the emotion, subscribe to the Newsletter