17/05/2018 - Tips & tricks
Tips van de meester
Hoe als leek een oldtimer kopen
Velen dromen ervan, weinigen zien hun droom van het bezitten van een patente oldtimer in vervulling gaan. Omdat ze in de war geraken door hun verwachtingen die telkens weer doorkruist worden door de verhalen die ze van anderen horen – positief maar vaak ook negatief. Toprestaurateur Bernard Marreyt zit al dertig jaren in het vak en neemt ons bij de hand mee doorheen het doolhof van top klassiekers, recreaties, vervalsingen en de vele andere valkuilen die de neofiet bedreigen. Doordat hij afstudeerde als microbioloog, bezit hij bovendien een geoefend oog voor detail.
Bernard Marreyt studeerde dan wel microbiologie, maar hij eindigde bij het minutieus restaureren van antieke automobielen en verwierf op dat vlak een vlekkeloze reputatie. Hij zet de verschillende mogelijkheden op een rijtje.
“Bij elke aankoop van een oldtimer kan ik de kandidaat koper sowieso aanraden om zich te laten begeleiden. Dat kan door een professioneel zijn of door een bekende met kennis van zaken. Elk merk of model bezit zo zijn zwakke kanten (bij het ene model kan dat om een mechanisch probleem gaan, bij het andere om de stuurbekrachtiging of de roestgevoeligheid op bepaalde plaatsen) en de liefhebbers ervan kennen die. Het kan geen kwaad ook aan te kloppen bij een club van het merk : daar zitten alle kenners bijeen. Al wordt hun blik soms wat vertroebeld door hun passie en hun enthousiasme.
Vergeet ook niet dat de koper een liefhebber is die letterlijk verliefd is op een auto, en dat zijn kijk op de zaak vertroebeld wordt door de extase – en dat is nooit goed om een objectieve kijk op de zaak aan te houden.
Gaat men voor onafhankelijk advies, dan hoort men een onpartijdig standpunt, geen met passie beladen loflied. Er bestaat een lijst van experts bij de BFOV (zie hieronder). Reken op 200 à 300 euro voor een expertise. Omdat het bij de aankoop van oldtimers vaak om een substantieel bedrag gaat, blijft dat een kleine kost.
Vergeet ook niet dat de koper een liefhebber is die letterlijk verliefd is op een auto, en dat zijn kijk op de zaak vertroebeld wordt door de extase – en dat is nooit goed om een objectieve kijk op de zaak aan te houden.
Ik vind aankopen op een veiling geen goed idee. Uit ervaring weet ik dat veilinghuizen maar half werk afleveren : ze schrijven een commerciële tekst om de klant te laten watertanden, maar vermelden weinig kennis ter zaken. Bovendien wijzen ze elke verantwoordelijkheid af, leveren geen garantie en al helemaal geen service.
Het enige positieve is dat men ongeveer de marktprijs betaalt. Maar hou er rekening mee dat er ook stromannen in de zaal kunnen zitten of zogenaamde klanten aan de telefoon om de de prijs te kunnen opdrijven…
Een aankoop bij een particulier zou ik alleen aanraden als men bijgestaan wordt door een expert. Een particulier bezit niet de infrastructuur om de auto zelfs maar vluchtig te bekijken : hij bezit doorgaans zelfs geen brug, en dat is het allerminste wat men kan verwachten om de auto van onderen te bekijken. Bovendien vergeet een particulier vaak de negatieve kantjes te vermelden.
Je voelt me al komen : ik zou voor een specialist ter zake gaan. Die geeft je tenminste een theoretische garantie, al valt die niet te vergelijken met de traditionele garantie op tweedehandswagens. Dat is normaal omdat zowel de onderdelen als de materialen die toentertijd gebruikt werden om een oldtimer te bouwen uit een andere tijd dateren. Toen duurzaamheid en kwaliteit op een veel lager niveau stonden. Er kan bijvoorbeeld een onzichtbare metaalmoeheid optreden bij de krukas. En vergeet niet dat 90% van de onderdelen uiteindelijk oude componenten blijven. Mocht een specialist-verkoper alle risico’s incalculeren, dan werd de auto zo goed als onbetaalbaar …
De enige garantie die ik écht kan geven, is dat de wagen ooit in panne zal vallen. It’s part of the pleasure…Een oldtimer kopen blijft een avontuur, een ontdekkingsreis die je vaak met gelijkgezinden beleeft. En waarbij je onderweg een pak ervaring opdoet. Wees daarop voorbereid.
Een wrak laten restaureren bij een specialist betekent in mijn geval dat je al minstens 1000 werkuren bezig bent – ongeacht het model. Aan een uurprijs van 85 euro, zit je dus meteen al aan 85.000 euro. Zonder de stukken die vervangen worden. Dat is een onevenredig hoog bedrag voor bijvoorbeeld een MGB van pakweg 20.000 euro. Op een Jaguar type E (100 à 250.000 euro aankoopprijs) is dat al redelijker, bij een nog duurder Aston Martin oogt dat als een ‘normale’ kost.
Ik zou het in dat geval alleszins aanraden om bij een gespecialiseerd restaurateur aan te kloppen, die de valkuilen en de zwaktes van dat specifieke merk en het model kent.
Het goede nieuws is dat de markt sinds twee jaar opnieuw is afgekoeld, na eerdere excessen. Daarom spreek ik nu eerder van een buyers market dan van een sellers market. Dat betekent dat je in alle rust en zonder stress rustig kunt rondkijken terwijl je op een veiling binnen de seconden moet toeslaan. Ik vind overigens dat je over zo’n aankoop altijd minstens een nachtje moet slapen.
Bij heel zeldzame auto’s wordt er soms een reconstructie gemaakt – omdat de auto gewoon verdwenen is. Dat gebeurt soms via zwart-wit foto’s. Belangrijk is dan om te kijken of de auto een FIVA-identiteitskaart bezit, en een restauratiedossier. Wordt hij voorgesteld als een originele, authentieke auto, dan zit je aan het verkeerde adres …
Nuttig om te weten is wel dat de BFOV (Belgische Federatie voor Oude Voertuigen) op dat vlak uitstekend werk verricht. Op hun website vind je zelfs een lijst van Oldtimer Certified specialisten. Het bijhorende label wordt enkel uitgereikt aan wie ter goeder trouw is. Al gebeurt die appreciatie wel per land, waardoor normen kunnen verschillen.
Absoluut belangrijk is dat je met je hart koopt, niet met je portefeuille. Maar pas op voor jeugddromen, en laat je om die reden altijd begeleiden. En weet dat een heel goedkope auto vaak een slechte koop blijkt te zijn. En besef ook dat je met een oldtimer niet meer overal kan komen – en vooral niet meer in Antwerpen. Maar we werken met de BFOV-bestuurders aan die situatie – omdat het tenslotte om een industrieel patrimonium gaat, en we niet mogen vergeten dat Antwerpen toch de stad van Minerva was …”
Meer weten
To keep the emotion, subscribe to the Newsletter